Kwijtschelding lokale heffingen
Het budget voor verruiming van kwijtschelding van lokale heffingen blijkt te ruim begroot. Daarom wordt het budget naar beneden bijgesteld. Voor afvalstoffen- en rioolheffing wordt de verlaging van kwijtschelding meegenomen in de berekening van de tarieven met ingang van 2026. Voor OZB geldt dit niet. Dit betekent een incidenteel voordeel van € 240.000 voor 2025 en een structureel voordeel van € 10.000 met ingang van 2026.
BUIG 2025
De systematiek van de Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten (BUIG) maakt de omvang van het budget dat Arnhem ontvangt voor het grootste deel moeilijk voorspelbaar. Het gedeelte dat te beïnvloeden is, heeft betrekking op de inzet van loonkostensubsidie. Het knelpunt dat nu wordt voorzien, betreft de meest actuele stand van het saldo BUIG (budget wat ontvangen wordt en prognose van de uitgaven voor BUIG lasten) en het saldo dat reeds is opgenomen in de begroting. Dit betreft het voorlopige budget 2025. Het nadeel betreft een saldo van € 0,8 miljoen in 2025, waarbij het gaat om een nadeel op de lasten van € 5 miljoen en een voordeel op de baten van € 4,2 miljoen. Dit saldo loopt in de jaren daarna op naar € 1,9 miljoen in 2029.
Werkgeverschap sociale werkvoorziening
Door meerdere niet beïnvloedbare factoren vallen de kosten voor Werkgeverschap Sociale Werkvoorziening (WgSW) structureel hoger uit. Het gaat hierbij met name om de loonontwikkeling bij SW-medewerkers. Voor 2025 en verder is er geen ruimte om dit binnen de reserves van de Modulaire Gemeenschappelijke regeling Sociaal Domein Centraal Gelderland (MGR SD CG) op te vangen. Het zal daarmee uit de gemeentelijke bijdragen van de deelnemende gemeenten moeten komen. Regiobreed gaat het om een bedrag van € 1,5 miljoen. Voor Arnhem betekent dit een nadeel van € 783.000 in 2025 aflopend naar € 635.000 in 2029 (rekening houdend met een uitstroom van SW-medewerkers van 5%).
Berchermingsbewind
In 2024 zijn de landelijk vastgestelde tarieven voor bewindvoering met 6% gestegen t.o.v. 2023. Daarnaast zijn er ook meer inwoners die gebruik maken van bewindvoering. Dit betekent dat in 2024 het budget van € 4,3 miljoen met € 0,6 miljoen is overschreden. In 2025 stijgen de tarieven weer met 6%, dit leidt (zonder stijging van aanvragen) tot een structureel tekort van € 0,8 miljoen. Dit betreft een ontwikkeling die grotendeels autonoom is en die we ook landelijk terugzien. Er zijn in het verleden al instrumenten ingezet als goedkoper alternatief voor bewind (Budget Ondersteuning op Maat) en de samenwerking met bewindvoerders via een Convenant, maar ook dat heeft niet geleid tot een structurele daling van deze kosten. Een verlaging van kosten kan alleen als er beleidswijzigingen worden doorgevoerd.
Allenverdienersproblematiek
In de septembercirculaire hebben we een decentralisatieuitkering van € 346.000 ontvangen om inwoners te compenseren die te weinig bijstand hebben ontvangen in het kader van alleenverdienersproblematiek. Met ingang van 2025 ontvangen we hiervoor structureel een bijdrage van het rijk. De verwachting was dat in 2024 de gehele compensatie afgerond kon worden, maar dat is niet gelukt. In 2024 is er inclusief uitvoeringskosten € 70.000 besteed. De verwachting is dat we in 2025 nog € 120.000 nodig hebben. Omdat het niet bestede deel van € 276.000 in het jaarekeniresultaat van 2024 is verwerkt, nemen we voor 2025 het bedrag van € 120.000 op. Het is geen optie om deze inwoners niet te compenseren, het betreft een wettelijke taak en we hebben er extra middelen voor ontvangen.
Studietoeslag
Vanaf april 2022 is de regeling individuele studietoeslag overgegaan van aanvraag bijzondere bijstand naar een inkomensregeling. Deze landelijke regeling is voor mensen die door een structurele fysieke beperking niet in staat zijn om zelf inkomen te verdienen naast hun studie. De wijziging van de regeling heeft tot gevolg dat de aanvraag nu met terugwerkende kracht kan worden gedaan tot ingangsdatum. Het is mogelijk om 5 jaar lang (vanaf april 2022) de toeslag met terugwerkende kracht aan te vragen. De regeling voor studietoeslag is bovendien een openeinderegeling. In de begroting is meerjarig al rekening gehouden met een stijging. Het is echter zeer moeilijk om een meerjarige prognose af te geven. Voor 2025 komen we met de huidige cijfers en aannames op een tekort van € 410.000 uit. Voor 2026 en verder is het nog niet mogelijk om met een prognose te komen, we gaan de realisatie zeer nauwlettend volgen en onderzoeken hoe we meer grip kunnen krijgen op het prognosticeren van de studietoeslag.
Vergroten bereik individuele inkomenstoeslag
In de begroting van de jaren 2023 tot en met 2026 is jaarlijks € 2 miljoen opgenomen voor het verbeteren van de Inkomensregelingen. Hiermee hebben we de pilot voor de Bijverdienbeloning uitgevoerd, onderzoek gedaan naar de Inkomensregelingen en o.a. het proces en bereik verbeterd van de Individuele Inkomenstoeslag (IIT). Het vergroten van het bereik van de IIT leidt structureel tot meer verstrekkingen. Tot en met 2027 is er dekking beschikbaar, met ingang van 2028 ontstaat er een knelpunt van € 360.000.
Borging wettelijke termijnen en kwaliteit dienstverlening uitvoering participatiewet
In 2024 is extra inzet gepleegd om te voorkomen dat achterstanden in doorlooptijden van aanvragen in het kader van de participatiewet te groot werden. Belangrijkste redenen waren de hoge werkdruk (we bereiken steeds meer inwoners met onze regelingen en we willen persoonlijk contact en maatwerk bieden) en de door- en uitstroom van ervaren personeel. Door maatregelen te treffen, zoals het verbeteren van werkprocessen en het reduceren van inhuur, kunnen we het tekort voor het grootste deel ‘zelfstandig’ terugbrengen. Echter, de werkdruk blijft hoog en doorlooptijden staan onder druk en daarom verwachten we ondanks deze maatregelen een overschrijding op de uitvoeringskosten in 2025 en 2026 van € 600.000 en in 2027 van € 300.000. Zodoende kan Arnhem doorlooptijden zoveel mogelijk binnen de wettelijke termijnen houden, blijven we inzetten op het versterken van bestaanszekerheid en krijgen we de ruimte om de basis op orde te brengen. Dit is een belangrijke voorwaarde binnen de opgave ‘Transformatie sociaal domein’.